Revolutie in Bolivia: alle macht aan de volksvergaderingen!

Dutch translation of Revolution in Bolivia: All Power to the Popular Assemblies! by Alan Woods (June 9, 2005)

De revolutie in Bolivia vormt een inspiratie voor arbeiders en jongeren over de hele wereld. De laatste dagen hebben de gebeurtenissen een beslissend punt bereikt. Het volk komt massaal in opstand. Arbeiders en boeren bezetten de straten en pleinen van La Paz en El Alto. Mijnwerkers lopen rond met dynamiet in hun handen. Duizenden boeren trekken naar de hoofdstad. Het leger en de politie kunnen slechts machteloos toekijken. De gehate President Carlos Mesa werd gedwongen op te stappen. Het parlement komt niet meer bijeen. De macht is overgegaan naar de straat.

De Boliviaanse heersende klasse is verlamd en impotent nu zij geconfronteerd wordt met de grote beweging van de massa’s. De wanhoop en machteloosheid van de heersende klasse blijkt duidelijk door de lagen van de oligarchie die proberen om het land op te splitsen. Men wil de rijkere oostelijke provincies rond Santa Cruz afscheiden van de meer revolutionaire westelijke provincies rond La Paz en El Alto. Met deze demarches legt de gedegenereerde oligarchie zich neer bij een nederlaag nog voor de strijd is gevoerd. Zij beseft zeer goed dat zij de massa’s niet kan verslaan in een openlijk en direct conflict.

Dat delen van de heersende klasse zich willen afscheiden van Bolivia is een bewijs van hun complete mislukking. In een wanhopige poging om hun macht en privileges te beschermen, zijn deze parasieten zelfs bereid om Bolivia te vernietigen. Dat is de eigenlijke betekenis van hun zogenaamd patriottisme. Net zoals de andere oligarchieën in Latijns Amerika zijn zij vampieren en agenten van het imperialisme, vet en vadsig door het bloed uit hun eigen land te zuigen.

De verantwoordelijkheid voor de crisis in Bolivia ligt uitsluitend bij de oligarchie en bij het imperialisme. Het kapitalisme is er in Bolivia op geen enkele manier in geslaagd om te voldoen aan zelfs nog maar de meest elementaire noden van de mensen. De landheren en kapitalisten hebben Bolivia geruïneerd en hebben een potentieel welvarend land veroordeeld tot de bedelstaf. Er is dan ook geen enkele vooruitgang mogelijk zolang de rijkdom van het land in handen is van dergelijke bandieten.

De crisis is niet zomaar een politieke crisis. Zij kan niet opgelost worden door de vorming van weer een andere regering, een nieuwe president, een herschikking van de regering en zelfs niet door nieuwe verkiezingen of een grondwetgevende vergadering. Het is een crisis van het systeem die alleen maar opgelost kan worden door een fundamentele verandering van de samenleving. Daarom brengen de Boliviaanse arbeiders en boeren ook eisen naar voren voor de omverwerping van het bankroete burgerlijke parlementarisme en de vervanging ervan door een arbeiders- en boerenmacht.

De belangrijkste kracht binnen de Boliviaanse revolutie is de arbeidersklasse en haar natuurlijke bondgenoten, de boeren en de arme massa’s in de steden. Gedurende de strijd die nu reeds achttien maanden duurt (sinds de herfst van 2003) hebben de Boliviaanse massa’s een enorme strijdlust, moed en klassenbewustzijn getoond. Zij dienen daarmee alle lafaards, sceptici en cynici van antwoord die twijfelen aan het potentieel van de arbeidersklasse om de maatschappij te veranderen! Een duidelijk antwoord ook aan iedereen die ervan uitging dat de socialistische revolutie niet langer aan de orde zou zijn in de 21ste eeuw!

De algemene staking stelt de kwestie van de macht

De arbeidersklasse komt in actie via haar traditionele massaorganisaties, de vakbonden, de COB, die een algemene staking heeft georganiseerd. De algemene staking is een instrument dat het volk wakker maakt. Miljoenen worden gemobiliseerd. De staking biedt een streefdoel, brengt alle krachten bijeen, moedigt hen aan en voorziet hen van inspiratie. Tegelijkertijd wordt de heersende klasse in de war gebracht en worden de instrumenten van de staatsrepressie verlamd.

Het succes van de algemene staking, die nog dagelijks uitbreidt naar nieuwe gebieden en andere lagen van de arbeidersklasse, is een uiterst belangrijk element in de revolutionaire formule. De algemene staking toont de arbeiders welke macht zij eigenlijk in handen hebben. Het wordt duidelijk dat zonder de arbeidersklasse het licht zelfs niet brandt, er geen telefoon meer rinkelt en het water niet stroomt. Het wordt duidelijk dat de samenleving niet kan functioneren zonder de arbeidersklasse maar wel gerust kan functioneren zonder de parasieten die ze altijd hebben overheerst.

De algemene staking is dus een machtig instrument om de arbeidersklasse te mobiliseren omdat er inactieve en inerte lagen wakker worden en er revolutionaire activiteit en klassenbewustzijn groeit. Op zichzelf lost de staking echter niets op. De staking stelt de kwestie van de macht maar lost dat vraagstuk niet op. Er wordt enkel de vraag gesteld: Wie heerst er in de maatschappij? Wie is er baas in huis? Dit vraagstuk moet echter wel beantwoord worden, en liefst zonder dubbelzinnigheid en zonder aarzeling.

Geen enkele samenleving leeft immers voortdurend in een toestand van gisting en instabiliteit. De heersende klasse klaagt over chaos en instabiliteit. Zij vraagt orde. In zekere zin heeft zij ook gelijk. De samenleving is teruggebracht tot chaos door het onverantwoordelijke beleid van een corrupte kliek van bankiers, kapitalisten en landheren en hun politieke dienaars.

De revolutionaire beweging is niet de oorzaak van de chaos maar juist een poging om de chaos te elimineren en een nieuwe ordening van de samenleving teweeg te brengen. Het spreekt voor zich dat de nieuwe sociale orde die de massa’s vragen er enkel kan komen door radicaal en volledig te breken met het oude regime. Om dit te volbrengen is het noodzakelijk om voorbij de beperkingen van de algemene staking te gaan. Het is noodzakelijk dat de algemene staking overgaat in een opstand.

Om deze taak tot een goed einde te brengen moet de arbeidersklasse georganiseerd zijn. Alle lagen van de arbeidersklasse moeten betrokken worden, niet alleen het industriële proletariaat, de mijnwerkers en de arbeiders in de olie-industrie maar ook de bedienden, de leraars en de ambtenaren. De revolutie moet haar oproep niet beperken tot de traditioneel georganiseerde lagen van de arbeidersklasse maar moet ernaar streven om ook de niet-georganiseerde lagen te betrekken: de werklozen, de stedelijke armen, de huisvrouwen, de straatverkopers, de studenten, de kleine handelaars en de boeren.

De traditionele structuren van de COB volstaan niet voor deze gigantische taak. Het is noodzakelijk om nieuwe organisatievormen op te zetten, actiecomités en revolutionaire cabildos, die breed en flexibel genoeg zijn om de grote massa’s te betrekken in de revolutionaire beweging. De opstandige arbeiders zijn zich al op verschillende manieren aan het organiseren: revolutionaire raden, stakingscomités, open cabildos enzovoort. Dat is de weg vooruit! Een nieuwe sociale orde kan alleen maar worden opgebouwd van onderuit. De eerste taak van die nieuwe sociale orde is te vechten tegen de bestaande macht, om deze te confronteren in de strijd, deze te verslaan en te ontwapenen. Dat is de belangrijkste taak op dit moment.

De comités en cabildos moeten ook onderling georganiseerd worden op lokaal, wijk-, regionaal en nationaal niveau. Hun eerste functie is dat van een orgaan in de strijd van de massa’s. Hun meest dringende taken zullen worden bepaald door de onmiddellijke noden van de beweging: de strijd van de massa’s organiseren en centraliseren, wegblokkades opzetten, boycots organiseren enzovoort. Zij moeten ook zelfverdedigingseenheden opzetten om de orde te bewaren en de betogingen en piketten te beschermen tegen fascistische agressie. Ook de distributie van voorraden aan de bevolking moet georganiseerd worden om speculatie en woekerhandel te voorkomen. De prijzen moeten gecontroleerd worden en de werking van de openbare diensten moet verzekerd worden.

In de mate dat de organisatie van de arbeidersklasse slaagt in deze taken, zal er automatisch een alternatieve macht ontstaan, een arbeidersregering. Deze macht zal de oude autoriteiten uitdagen en deze zelfs in toenemende mate vervangen. De oude corrupte ambtenaren en bureaucraten zullen weggeduwd worden wanneer de massa’s de organisatie van het land zelf in handen nemen.

Elementen van dubbele macht

Eigenlijk bestaat er reeds een dubbele macht in Bolivia, zoals wordt aangetoond in ooggetuigenverslagen. (Zie Boliviaanse Volksvergadering opgericht: een stap in de richting van arbeidersmacht.) De beslissingen die genomen zijn door de eerste uitgebreide bijeenkomst van de Nationale Volksvergadering, tonen het niet aflatende revolutionaire instinct van de massa’s.

Via een beslissing van de Nationale Volksvergadering heeft El Alto, het zwaartepunt van de Boliviaanse revolutie, zichzelf uitgeroepen tot de Generale Staf van de revolutie. Dit betekent dat de meest vastberaden proletarische elementen hebben beslist om zichzelf aan het hoofd van het land te zetten om de noodzakelijke leiding te voorzien voor de massa’s. De massa’s kijken immers op naar het proletariaat voor een duidelijke leiding. De ervaringen in El Alto gedurende de laatste periode overtuigen ons ervan dat de massa’s niet teleurgesteld zullen zijn.

Ten tweede heeft de Nationale Volksvergadering beslist om een verenigde leiding van de Nationale Volksvergadering op te zetten die specifiek moet dienen als een orgaan van de macht! Die verenigde leiding staat aan het hoofd van de Federatie van Buurtcomités (“juntas vecinales”) die op hun beurt verbonden zijn met de COB, de mijnwerkersvakbond en andere arbeiders- en boerenvakbonden van over het gehele land.

Het is absoluut noodzakelijk om een gecentraliseerde revolutionaire leiding op te richten. Zonder dat zal het onmogelijk zijn om de gecentraliseerde macht van de burgerlijke staat te verslaan. De nieuwe macht moet zich bovendien bezighouden met de taak van de bevoorrading, de zelfverdediging, controle over de pers (essentieel ook voor de revolutionaire beweging) en ook politieke kwesties.

Dit laatste punt is enorm belangrijk. De beweging is vandaag reeds ver voorbij de beperkingen van de ‘normale’ vakbondsstrijd gegaan. De oorspronkelijke beperkte eisen van de beweging behoren reeds tot de geschiedenis. Zelfs de eis voor nationalisering van de olie- en gasindustrie – ook al zijn die nog steeds juist en noodzakelijk – is niet langer voldoende.

Het gaat hier niet over de nationalisering van deze of gene sector maar over wie de samenleving controleert! De strijd rond een bepaalde kwestie (de controle over de natuurlijke rijkdommen) is veranderd in een strijd om de macht. Wie dat vandaag niet begrijpt, wie probeert om de beweging terug op ‘veilige’ paden te brengen zoals grondwettelijke hervormingen of een grondwetgevende vergadering enzovoort, speelt eigenlijk een contrarevolutionaire rol.

De Nationale Volksvergadering eist de nationalisering van de olie en het gas. Dat blijft correct. Maar de vraag is: wie gaat dat uitvoeren? Het is zeer goed mogelijk dat de bourgeoisie, wanneer zij alles dreigt te verliezen, zal instemmen met een vorm van nationalisering om de beweging de verwarren. Zij spelen nu al het aanbod van nieuwe verkiezingen en een grondwetgevende vergadering (ergens in de toekomst) uit. Dat is allemaal bedrog, een poging om de massa’s in de war te brengen en hen naar huis te sturen.

De arbeiders zijn echter waakzaam en zullen zich niet zo gemakkelijk laten misleiden. Zij hebben reeds de ervaring van 2003, toen een revolutionaire beweging er in slaagde om Lozada omver te werpen, om daarna bedrogen te worden door een parlementair manoeuvre waarbij enkel Lozada aan de top vervangen werd door Mesa. In wezen veranderde er echter niets. De massa’s weten dat goed genoeg en zullen zich niet op dezelfde wijze om de tuin laten leiden.

Daarom verwerpt de bijeenkomst van de Nationale Volksvergadering in El Alto “alle manoeuvres van de heersende klasse rond een grondwettelijke opvolging of de verkiezing van diezelfde politieke oplichters (‘politiqueros’)” en roept ze op tot de vorming van volksvergaderingen op het niveau van de departementen onder controle van de COB en tot de verkiezing van afgevaardigden uit de massabijeenkomsten (“elegidos en asambleas y cabildos”).

Het vraagstuk van de partij

De rol van de COB is in dit alles centraal. De COB is de traditionele massaorganisatie van de Boliviaanse arbeiders en heeft een uitstekende rol gespeeld in het organiseren van de algemene staking. Maar we moeten ook voorzichtig zijn. De leiding van de COB mag zich niet beperken tot radicale toespraken. Zij moet overgaan van woorden naar daden.

De leiding van de COB heeft steeds gesteld dat de COB een vergissing maakte in de herfst van 2003 toen de macht niet werd ingenomen. Dat is zeer juist! De COB was toen immers in staat om de macht te nemen en had dat ook moeten doen. Dat was mogelijk. De leiding van de COB bleef echter ter plaatse trappelen, verloor veel tijd en maakte het zo mogelijk dat Carlos Mesa de macht innam. “De natuur verafschuwt een vacuüm”, en dat geldt ook voor de politiek. Vergissingen maken is uiteraard menselijk. Het zou echter misdadig zijn om dezelfde vergissing te herhalen.

De leiding van de COB heeft ook steeds gesteld dat zij toen de macht niet hebben genomen omdat er geen revolutionaire partij was. Dat is een uitzonderlijke bekentenis! Het is juist dat de Oktoberrevolutie in Rusland succesvol was door de aanwezigheid van een bolsjewistische partij onder de leiding van Lenin en Trotski. Het is echter ook juist dat de bolsjewieken tijdens de Februarirevolutie slechts een kleine minderheid uitmaakten onder de arbeidersklasse en in de sovjets. In Bolivia is er geen bolsjewistische partij, hoewel er een sterke bolsjewistische, nl. trotskistische traditie bestaat onder de arbeiders. Duizenden activisten zijn geschoold in deze traditie, die een uitdrukking vindt in de Pulacayo-stellingen uit 1946, aangenomen door de mijnwerkersfederatie en later overgenomen door de COB.

Indien er een bolsjewistische partij zou bestaan in Bolivia, dan zou de kwestie van de macht veel eenvoudiger zijn. Maar de kwestie komt nu aan de oppervlakte en kan niet uitgesteld worden tot een latere datum. De arbeidersklasse is geen tap die je aan en af kan zetten volgens de noodwendigheden van een revolutionaire partij, de COB of wie dan ook. De arbeiders en boeren in Bolivia eisen dat zij de macht nu krijgen. De objectieve omstandigheden daarvoor zijn zeer gunstig.Het is misschien zelf onmogelijk om je betere omstandigheden voor te stellen. Indien we deze mogelijkheid nu door de vingers laten glippen, zal het misschien weer jaren duren vooraleer we dezelfde mogelijkheden krijgen.

In een dergelijke situatie is een weigering om de macht te nemen op basis van het argument dat “er geen revolutionaire partij is” geen afdoend excuus. Er zijn omstandigheden geweest in de geschiedenis waarbij de arbeidersklasse de macht heeft genomen zonder de hulp van een revolutionaire partij. Het volstaat het voorbeeld van de Parijse Commune te geven. Marx zei dat de arbeiders van Parijs de “hemel hadden bestormd” Zij wierpen de oude burgerlijke staat omver en begonnen een nieuwe soort van staatsmacht op te zetten, of beter gezegd, een semi-staat, zoals Engels het noemde, een macht georganiseerd volgens zeer democratische principes die de meerderheid van de samenleving vertegenwoordigde tegenover een kleine minderheid van uitbuiters.

Lenin wees verschillende keren op de vier basisregels van de Parijse Commune, die dienden als basis voor de sovjetmacht in Rusland:

1. Vrije en democratische verkiezingen met het recht om alle afgevaardigden te herroepen.
2. Geen enkele vertegenwoordiger krijgt een loon dat hoger is dan dat van een arbeider.
3. Geen staand leger maar het gewapende volk
4. Geleidelijk aan moeten alle taken van de samenleving door iedereen om beurten worden uitgevoerd (“wanneer iedereen een bureaucraat is, zal niemand een bureaucraat zijn”).

Dit eenvoudige programma kan de basis vormen voor een arbeidersstaat in Bolivia. Er is hier geen groot mysterie, geen bepaald probleem. Elke Boliviaanse arbeider en boer kan gemakkelijk de principes van de sovjetmacht begrijpen, de principes van de Parijse Commune. De Boliviaanse arbeider en boer mag dan misschien niet helemaal begrijpen wat hij zelf wil maar begrijpt maar al te goed wat hij niet wil. Zij willen Mesa niet, noch een van de andere burgerlijke kandidaten. Zij willen de heerschappij van de Boliviaanse bankiers, landheren en kapitalisten niet. Zij willen niet dat hun land wordt overgeleverd aan de kapitalisten. Zij willen geen vals burgerlijk parlement of een valse grondwetgevende vergadering. Zij willen de macht zelf in handen nemen!

In februari 1917 gooiden de Russische arbeiders en soldaten, georganiseerd in de sovjets, het duizend jaar oude tsaristische regime omver. Net zoals in het voorbeeld van de Parijse Commune was er geen partij om hen te leiden. Dat heeft hen niet gestopt, maar het betekende wel dat zij niet in staat waren om de revolutie door te voeren tot het einde. Die situatie heeft geleid tot het miskraam van de ‘dubbele macht’. Lenin en Trotksi zijn er uiteindelijk in geslaagd om de steun van de meerderheid van de arbeiders in de sovjets voor hen te winnen door een combinatie van duidelijke principes en tactische flexibiliteit.

De belangrijkste slogan van de bolsjewieken na februari was “Alle macht aan de sovjets” (en niet aan de grondwetgevende vergadering, zoals sommige zogenaamde trotskisten in Latijns-Amerika vandaag beweren). We mogen hierbij niet vergeten dat de Russische sovjets op dat moment niet onder leiding van de bolsjewieken (die een kleine minderheid waren) stonden maar wel onder die van de linkse reformisten en centristen (mensjewieken en Sociaal-Revolutionairen). Toen Lenin de slogan “Alle macht aan de Sovjets” lanceerde, zei hij eigenlijk tegen de leiding van de sovjets: “Neem de macht. Jullie hebben de steun van de meerderheid. Als jullie de macht nemen, zullen wij bolsjewieken jullie steunen en dan zal de strijd om de macht beperkt worden tot een vreedzaam debat binnen de sovjets.”

Lenin verwoordde deze ideeën in talloze toespraken na februari 1917. Hij eiste herhaaldelijk dat de leiding van de sovjets de macht moest nemen en een beleid moest ontwikkelen dat de belangen van de arbeiders en de boeren uitdrukte. De Boliviaanse marxisten moeten hetzelfde doen. Diegenen aan het hoofd van de COB en de volksvergaderingen hebben de plicht om de beweging vooruit te helpen. Als je “A” zegt, dan moet je ook “B” en “C” en “D” zeggen. De leiding heeft de burgerlijke samenleving in een diepe crisis geduwd. Nu de beweging reeds zo ver is gegaan, is het onmogelijk om terug te keren. Het is integendeel noodzakelijk om doortastend op te treden en over te gaan tot de machtsovername.

In principe is het mogelijk dat de arbeiders van Bolivia de macht grijpen via hun democratische organen: de volksvergaderingen, stakingscomités, revolutionaire cabildos en buurtcomités (“juntas vecinales”) en dan over te gaan tot de vorming van een partij, of beter gezegd partijen, want alle stromingen kunnen vertegenwoordigd zijn, behalve die van de contrarevolutie. De centrale kwestie is dat de macht genomen moet worden nu de omstandigheden het toelaten. We mogen niet wachten!

Reformisme en de kwestie van de macht

Geconfronteerd met het vraagstuk van de macht, zullen de reformisten in paniek geraken. Zij zullen aan komen draven met allerlei moeilijkheden, problemen en gevaren. Zij zullen proberen om de arbeiders te verlammen met het spook van de macht. De reformisten hebben nooit argumenten tekort om de arbeiders ervan te weerhouden de macht te grijpen. Hun belangrijkste argument is altijd hetzelfde: het gevaar van burgeroorlog, van bloedvergieten en geweld. Indien dit argument correct zou zijn, dan zou er geen enkele revolutie mogelijk zijn geweest in de geschiedenis en de mensheid zou nog steeds onder de slavernij leven. De geschiedenis toont ons echter dat dat niet het geval is.

Op papier beschikt de Boliviaanse heersende klasse over een aanzienlijke gewapende macht. Er is een leger en een politiemacht. In theorie is dat meer dan voldoende om de ‘orde’ te bewaren (namelijk om de massa’s in slaafse omstandigheden te houden). Spijtig genoeg voor de heersende klasse bestaat dat leger en die politiemacht echter ook uit mensen, mannen en vrouwen die evengoed beïnvloed worden door de algemene stemming in de maatschappij. De basis van het leger en van de politie heeft in het algemeen een natuurlijke sympathie voor de arbeiders en de boeren, hoewel die sympathie normaal gezien onder controle wordt gehouden via discipline en schrik voor de officieren. In een crisis die zo diep is als de crisis in de Bolivia wordt zelfs de top van het leger geraakt. De discipline brokkelt dan af en de kleinste druk kan de hiërarchie omverwerpen.

Een belangrijk deel van de officieren in Bolivia is ontevreden over de huidige situatie. Zij zien de verrotting en de corruptie van de oligarchie evengoed. Hun nationale trots wordt gehekeld door het schouwspel van grote buitenlandse bedrijven die de natuurlijke rijkdommen van het land plunderen. Sommigen hebben zich zelf al openlijk achter de eis voor nationalisering van de olie en het gas geschaard. Bovendien hebben de pogingen van de reactionaire oligarchie om zich af te splitsen van Bolivia, iets wat het land zou vernietigen, voor onrust en verontwaardiging gezorgd onder de officieren.

Er doen zich dan ook splitsingen voor binnen het leger en de politie. Ook dat is een uitdrukking dat we niet te maken hebben met een gewone crisis maar wel met een crisis van het regime. Het parlement hangt aan een zeer dun draadje. Alle burgerlijke politieke leiders en partijen zijn in diskrediet gebracht. De instellingen van de burgerlijke macht hebben geen echte macht en autoriteit meer. De oude staatsmacht brokkelt af zoals een blok beton onder het gewicht van een sloophamer. Nog een duwtje en de hele onevenwichtige structuur slaat te pletter tegen de grond.

Sommige leiders van de COB trekken echter verkeerde conclusies uit het bestaan van radicale trends onder de legerofficieren. Het lijkt er op dat Solares illusies heeft in de mogelijkheid van een linkse legerofficier om de beweging te leiden. Hoogstwaarschijnlijk haalt hij dit idee in Venezuela. Er is echter geen overeenkomst met Venezuela. Daar groeide de beweging rond Chavez uit de mislukte opstand van februari 1989 (de Caracazo). Dit was ontegensprekelijk een progressieve ontwikkeling. Het maakte het mogelijk dat de massa’s zich hergroepeerden na eerdere verliezen. Het maakte het ook mogelijk dat de massa’s opnieuw vooruit gingen, eerst op het electorale vlak en daarna via directe massa-acties die het vooruitzicht van een socialistische revolutie op de agenda hebben gezet in Venezuela.

De huidige situatie in Bolivia is niet alleen anders dan die in Venezuela in 1989-90, ze is zelfs totaal tegenovergesteld. De arbeidersklasse is niet verslagen. Integendeel zelfs, de arbeidersklasse is in het offensief. Er worden organen van de macht opgericht en het burgerlijke regime wordt openlijk uitgedaagd. Dit is veel meer ontwikkeld dat de spontane massaopstand die we hebben gezien in de Caracazo. Ook het bewustzijn van de Boliviaanse arbeiders is veel meer ontwikkeld. Dit is een uitdrukking van de revolutionaire tradities van 1952, toen de arbeiders van Bolivia opstonden en de krachten van de burgerlijke staat vernietigden. Dit is ook het resultaat van tientallen jaren van activiteit en propaganda van een bolsjewistisch (trotskistisch) karakter, een traditie die een diepe weerslag heeft gehad op het denken van de meest ontwikkelde lagen van de arbeidersklasse.

Het is een voor de hand liggende stelling dat de emancipatie van de arbeidersklasse een taak is die in de eerste plaats de arbeiders zelf toebehoort. Het is een revolutionair niet waard die taak aan anderen over te laten. We moeten onze toekomst niet in de handen leggen van vertegenwoordigers van andere klassen, hoe eerlijk en progressief zij ook overkomen. Ons advies aan de arbeiders is het volgende: vertrouw enkel in jezelf, in jullie eigen kracht, in jullie eigen organisaties en in jullie eigen bewustzijn. We moeten geen hogere redding zoeken maar integendeel het beheer van de samenleving in eigen handen nemen.

De slogan van de Grondwetgevende Vergadering

Momenteel zijn alle voorwaarden aanwezig om een vreedzame overgang van de macht naar de Boliviaanse arbeidersklasse te doen slagen. Enkel de leiding ontbreekt. Vroeg of laat zullen de massa’s, op basis van hun collectieve ervaring, te beginnen met de proletarische voorhoede, de noodzakelijke conclusies trekken om vooruit te gaan en de macht te grijpen. Indien er echter te veel tijd wordt verspeeld, indien de leiding ter plaatse blijft trappelen, dan zullen er mogelijkheden verloren gaan. Indien de leiding niet overgaat van woorden naar daden, dan kunnen de huidige mogelijkheden misschien zelfs verloren gaan, zoals in de herfst van 2003.

De heersende klasse heeft enkele serieuze opdoffers te verwerken gekregen. Zij ligt uitgeteld maar is nog niet knock-out. Zij kan terug op haar voeten komen, weer beginnen vechten en zelfs nog winnen. Haar belangrijkste wapen zal niet geweld zijn (alleen maar omdat ze niet over voldoende krachten beschikt om op te steunen) maar listigheid. De heersende klasse is momenteel niet sterk genoeg om de revolutie in bloed te smoren. Zij kan haar vuisten niet gebruiken. Indien ze dat zou doen, zou ze het land in een bloedige burgeroorlog storten waarbij de uitkomst niet zeker is en de heersende klasse zelfs eerder lijkt te zullen verliezen. Daarom is zij verplicht over te gaan tot vertragingsmanoeuvres, moet zij de massa’s paaien met een valse glimlach en hypocriete beloften.

De bourgeoisie zal zo een tijdje willen verder spelen, zich goed bewust van haar zwakheid. Zij zal proberen om de macht te behouden door allerlei ‘slimme’ alternatieven en advocatentrucs uit haar hoed te toveren. De belangrijkste truc is het aanbod van een Grondwetgevende Vergadering, een slogan die jammer genoeg ook gepropageerd wordt door bepaalde linkse groepen in Latijns-Amerika. Wij spreken ons duidelijk uit over deze kwestie en dat niet voor het eerst. De slogan voor een Grondwetgevende Vergadering is, in de huidige concrete omstandigheden van de Boliviaanse revolutie, niets meer dan misleiding en een val.

In een situatie waar de massa’s openlijk revolteren tegen de burgerlijke orde, waarin de burgerlijke parlementsleden verdacht zijn en bespot worden, waarin de arbeidersklasse samen met de armen en de boeren organen van een revolutionaire macht opbouwt in oppositie met het burgerlijk parlement, in een dergelijke situatie is de slogan voor een Grondwetgevende Vergadering een contrarevolutionaire slogan. Het is de slogan van de burgerlijke contrarevolutie in een democratische kleedje.

In de plaats van hun soldaten met machinegeweren en bajonetten op ons af te sturen, sturen ze de tweede verdedigingslinie in de strijd: de professionele ‘democratische’ en ‘linkse’ politici, de slimme advocaten en grondwettelijke experts. Zij zullen ons de zon, de maan en de sterren beloven, ergens in de toekomst, in ieder geval nadat de arbeiders en boeren hun strijd hebben opgegeven en naar huis zijn gegaan om de grondwettelijke debatten af te wachten die natuurlijk plaatsvinden achter gesloten deuren. “Wacht op de Grondwet”, “Wacht op verkiezingen”, “Wacht op dit of wacht op dat”. Wanneer de arbeidersklasse dan terug in inactiviteit vervallen is, kunnen de oude uitbuiters stilaan de controle over de staat en de samenleving teruggrijpen.

Indien de arbeidersklasse de macht niet grijpt, zal hoogstwaarschijnlijk Evo Morales aan de macht komen en zullen we het Boliviaanse equivalent van de Kerenski-regering krijgen. Terwijl Kerenski’s regering het in Rusland echter slechts enkele maanden heeft volgehouden, zal dit niet noodzakelijk het geval zijn in Bolivia. De reden voor het korte overleven van de Kerenski-regering was het bestaan van twee sterke alternatieven: bolsjewisme en fascisme. Dit is niet het geval in Bolivia, toch niet vandaag. Gezien de zwakte van de heersende klasse is een rechtse coup zo goed als uitgesloten. De bourgeoisie zal zich op andere krachten moeten baseren. Zij zal een beroep moeten doen op haar linkse laars. Bolivia zal door een fase van burgerlijk parlementarisme gaan die zeer onstabiel zal zijn en voortdurende crisissen zal kennen, maar die theoretisch althans een tijdje kan bestaan.

De troefkaart in de mouw van de heersende klasse en haar strategen (misschien wel de enige kaart waarover ze beschikken) is het voorstel van een Grondwetgevende Vergadering. Zij zullen het volk die eis voorschotelen net zoals een vis die een worm krijgt voorgeschoteld aan een vishaak. Toch blijven sommigen ter linkerzijde die eis steunen hoewel zij zich niet afvragen waarom de bourgeoisie die eis ook steunt. Om hun schaamte te verbergen in het licht van deze tegenstelling vallen sommigen terug op sofismen zoals: “ja, maar of we de Grondwetgevende Vergadering steunen of niet hangt af van wie ze bijeenroept.”

Dergelijke sofismen zullen ons echter niet ver brengen. Bovendien bieden ze ook geen antwoord op de centrale tegenstelling. Indien de arbeidersklasse immers sterk genoeg is om een Grondwetgevende Vergadering bijeen te roepen, dan is ze ook sterk genoeg om de macht te grijpen. Dat is vandaag de situatie in Bolivia en alle andere perspectieven zijn slechts een reactionair afleidingsmanoeuvre. Onze slogan verdedigt niet de Grondwetgevende Vergadering maar zegt wel "Alle macht aan de Volksvergaderingen". We moeten de geest van de massa’s en zeker die van de arbeidersklasse en haar voorhoede concentreren op de kwestie van de macht.

De arbeidersklasse moet de macht nemen!

Zoals altijd gebeurt in elke revolutie volgen de gebeurtenissen elkaar extreem snel op. Afgelopen maandag betoogden een half miljoen mensen in de straten van La Paz. Dezelfde dag kondigde president Mesa zijn aftreden aan. Legers van arbeiders, boeren en mijnwerkers zijn in beweging. Ook het revolutionaire bewustzijn van de massa’s maakt gigantische sprongen voorwaarts. Gisteren [vorige week, n.v.d.r.] stemden arbeiders- en boerenafgevaardigden in El Alto voor een programma dat arbeidersmacht omvat. De boodschap moet zich verspreiden naar elke stad, gemeente en dorp in Bolivia, net zoals de algemene staking zich verspreidt over elke stad, gemeente en dorp.

Lang geleden beschreef Lenin de voorwaarden voor een revolutionaire situatie: de heersende klasse moet in crisis verkeren, verdeeld zijn en niet in staat zijn te handelen. De middenklasse moet balanceren tussen revolutie en loyaliteit aan de oude orde. De arbeidersklasse moet wakker zijn en bereid zijn tot de grootste inspanningen en opofferingen om de maatschappij te veranderen. Last but not least moet er een revolutionaire partij en leiding zijn. Al deze voorwaarden zijn nu vervuld in Bolivia, met één belangrijke uitzondering: de revolutionaire partij.

De arbeiders hebben hun wil om te vechten en hun ijzeren vastberadenheid getoond. Naargelang ze beslissend handelen zullen de arbeiders in staat zijn de kleinburgerlijke massa aan hun kant te krijgen. Ook zij zoekt een uitweg uit de crisis die ondraaglijk is geworden voor de hele samenleving. Lenin schreef dat het noodzakelijk is voor het slagen van een revolutie dat de middenklasse balanceert tussen de heersende klasse en de werkende klasse. Maar in Bolivia is dat niet het geval. In La Paz steunt de massa van de middenklasse, toch de belangrijkste lagen, de revolutionaire beweging.

Wat het leger en de politie betreft is er geen teken dat de revolutie bloedig onderdrukt zou worden. Volgens enkele verslagen hebben boerenvrouwen die aan het hoofd van betogingen liepen met succes de politie verzocht niet tegen de betogers te ageren. Als resultaat daarvan zijn er totnogtoe nog geen gevallen van ernstige repressie te zien geweest. Gezien de situatie en de verdeeldheid binnen het leger en de politie zou één zo’n incident genoeg zijn om het leger uiteen te doen vallen.

Het oude staatsapparaat stort in elkaar voor onze eigen ogen. De stemming onder de massa’s bestaat er niet in toenadering te zoeken tot de oude macht maar net om deze opzij te vegen en een nieuwe samenleving op te bouwen. Niet enkel Mesa is in diskrediet gebracht maar de hele sociale en politieke orde. Dat is waarom de massa’s “Weg met het burgerlijke parlement!” schreeuwen. Maar er moet iets in de plaats komen: dat iets kan enkel een arbeiders- en boerenparlement zijn gebaseerd op en verantwoording van de volksvergaderingen.

Het beslissende element is de beweging van de arbeidersklasse die directe actie onderneemt van onderuit. De arbeiders bezetten de fabrieken. Volgens een verslag dat ik net ontvangen heb, heeft de vakbond van oliearbeiders gestemd dat elke vrachtwagen geladen met gasflessen die Senkhata verlaat, begeleid zal worden door een arbeidersafgevaardigde en een afgevaardigde van de buurtcomités (juntas vecinales) om te voorkomen dat de vrachtwagen afgeleid wordt in speculatieve activiteiten of doorgestuurd wordt naar rijke voorsteden. Dit is een concreet voorbeeld van arbeiderscontrole van onderuit.

De meest dringende taak is het verenigen van de meest bewuste elementen van de arbeidersvoorhoede op basis van een revolutionair programma. De tijd om revolutionaire toespreken te houden is voorbij. Het is noodzakelijk om van woorden naar daden over te gaan. De huidige gunstige samenloop van omstandigheden zal niet eeuwig blijven duren. De tijd staat niet aan onze kant. Beslissende actie is nodig. De Boliviaanse heersende klasse heeft zich blootgegeven als zwak, corrupt, in verval en reactionair. Ze moet omvergeworpen worden en vervangen worden door een arbeidersregering.

In het verleden zijn er talrijke revolutionaire bewegingen geweest in Bolivia. Sommige slaagden, andere faalden. Geen enkele voerde echter een fundamentele verandering van de maatschappij door en daarom hebben ze ook geen van allen ook maar één van de fundamentele problemen opgelost. Maar deze keer is er een groot verschil. Er rolt een revolutionaire golf door Latijns-Amerika. Overal zijn de reactionaire krachten in het defensief. Overal beginnen de arbeiders en boeren op te staan. Een beslissende overwinning van de arbeidersklasse in eender welk land van Latijns-Amerika kan de hele situatie grondig veranderen.

De revolutionaire beweging in Venezuela reikt miljoenen arme arbeiders en boeren een bron van inspiratie aan. De recente opstanden in Ecuador (die helemaal niet beëindigd zijn) zijn een uitdrukking van de huidige veralgemeende instabiliteit die revolutionaire implicaties heeft. Nu heeft Bolivia de socialistische revolutie op de orde van de dag gezet. De arbeiders en jongeren van heel Latijns-Amerika, en de hele wereld, zullen de Boliviaanse revolutie verwelkomen met het grootste enthousiasme en ze steunen met alle middelen die ze hebben.

Niet lang geleden spraken sceptici en cynici vol wrok over de zogenaamde dood van het socialisme en de onmogelijkheid van revolutie waar dan ook op de planeet. Ze wilden het natuurlijke optimisme van de jeugd smoren in een dikke sluier van besmettelijk pessimisme en twijfel. De inspirerende gebeurtenissen waarvan we getuige zijn in Venezuela en Bolivia hebben de grond van onder de voeten van deze dames en heren weggemaaid. We kunnen hen nu aan hun woorden herinneren en zeggen: Wat een wonderlijke periode in de menselijke geschiedenis waarin we geboren zijn! Wat een inspiratie is de strijd van de arbeidersklasse! En wat een geweldige mogelijkheden beginnen zich te vormen voor de mensheid!