De ‘Great Reset’, de valse belofte van Davos, laat de angst voor revolutie zien

Elk jaar komen de groten der aarde naar de besneeuwde heuvels van Davos voor het World Economic Forum. In verband met de pandemie moest het Forum dit jaar echter online plaatsvinden. Dit was weinig indrukwekkend vergeleken met het circus dat normaliter in de Zwitserse Alpen plaatsvindt, met tickets van $19.000. Het was een kleinschaliger, openbaar event, zonder het netwerken of het overleg achter gesloten deuren.


[Source]

Desondanks werd het Forum bijgewoond door (verkozen én onverkozen) regeringsleiders en CEO’s van grote multinationals.

Het event droeg de naam ‘The Great Reset’, naar het boek van Klaus Schwab dat deze zomer verscheen, waarbij hij steun ontving van de Prins van Wales, Charles Windsor. Het boek zorgde voor veel ophef en complottheorieën, waaronder ook van rechtse commentatoren die er nog niet over uit waren of het nou quasifascistisch of communistisch was (Rowan Dean van de Australische Sky News bijvoorbeeld). Het is uiteraard geen van beide.

Schwab c.s. maakt zich zorgen om het gebrek aan vooruitgang in de aanpak van problemen als klimaatverandering en ongelijkheid. Hij ziet de respons op de pandemie als een gunstige gelegenheid om het kapitalisme te ‘resetten’ en enige stabiliteit te herstellen. Het is een kwestie van veranderen of veranderd worden, waarschuwt hij:

“Als we de diepgewortelde problemen van onze maatschappijen en economieën niet aanpakken, is het mogelijk dat, zoals door de eeuwen heen is gebeurd, een reset aan ons zal worden opgelegd door gewelddadige schokken zoals conflicten, zelfs revoluties. Het is aan ons om de koe bij de hoorns te vatten. De pandemie geeft ons een kans: het ‘vertegenwoordigt een zeldzame maar beperkte gelegenheid om te reflecteren, opnieuw de wereld te bedenken en deze te resetten’.”

Het is een vrij serieuze waarschuwing aan de heersende klasse van de wereld: als jullie zo doorgaan, zoals jullie al sinds de jaren tachtig doen, zullen jullie te maken krijgen met gewelddadige conflicten en zelfs met omwentelingen. We hebben nu een kans om te veranderen en het is hoog tijd om die te grijpen, zo redeneert Schwab.

Welke oplossing wordt geboden? Schwab presenteert een ‘stakeholder capitalism’, waarin de aandeelhouders niet altijd op de eerste plaats komen, maar waarin de belangen van alle stakeholders [belanghebbenden -vert.] worden meegewogen, ook van het milieu, werkende mensen en consumenten. Er wordt gesproken over maatregelen als milieubelastingen, bedrijfsbelastingen, onderwijs en omvangrijke groene investeringen.

Veelszins zien we hier de sentimenten terug die naar voren werden gebracht door het IMF, de VN en andere grote internationale instituties die pleiten voor omvangrijke investeringen in gezondheidszorg en enorme overheidsuitgaven (begrotingstekort ten spijt) om de pandemie het hoofd te bieden.

Het effect van de pandemie - Friedman wordt geloosd

Toen de pandemie in maart vorig jaar écht uitbrak, stond de heersende klasse met de rug tegen de muur. Ze kon kiezen voor óf een volkomen ineenstorting van de zorgstelsels en andere aspecten van de beschaving, óf de economie sluiten en miljoenen mensen op straat gezet laten worden, óf grote schulden maken om, wachtend op een vaccin, de economie te stutten. Uiteindelijk werd voor het laatste gekozen.

Het afgelopen jaar hebben regeringen meer geld uitgegeven dan ooit tevoren in vredestijd, meer dan twee keer zoveel als tijdens de crisis van 2008-2009. Er zijn grote tekorten opgebouwd en die zullen er voorlopig ook nog blijven. Dit jaar zullen schuldenrecords worden gebroken: ze zullen hoger worden dan aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Centrale banken hebben biljoenen [een biljoen is duizend miljard -vert.] aan nieuw geld geschapen om bedrijven en regeringen overeind te houden en veel daarvan zal nooit worden terugbetaald. Uit angst dat de zeepbel zou barsten, hebben ze hem verder opgeblazen.

Wat we zien is een volledige draai in de richting van het keynesianisme. Plots zijn mensen als Krugman in de mode en groeit de belangstelling voor het economische wensdenken van de Modern Monetary Theory.

Deze draai is veelzeggend. Decennialang beheersten de ideeën van Milton Friedman het denken van de kapitalistische klasse. Friedman dacht dat de Grote Depressie veroorzaakt was door slecht overheidsbeleid en dat het in het algemeen beter zou zijn als overheden zo min mogelijk zouden doen. Dit was ook zeer gunstig voor de bedrijfswinsten. Ons werd verteld dat als de rijken erg rijk zouden worden, er een deel omlaag zou sijpelen (‘trickle down’) naar de mensen met minder geld. Natuurlijk was dit een leugen, maar het was een officiële leugen, die in iedere economieles werd verteld. De staat was slecht en private ondernemingen waren goed.

Toen Lehman Brothers in 2008 omviel, ontstonden er twijfels over dit idee. Banken hielden plotseling hun handen op om steun van de staat te ontvangen. Hoe groter, hoe schandelijker het verzoek, des te groter de kans dat het werd ingewilligd. De grote financiële instellingen gijzelden de regeringen en dreigden met ineenstorting en rampspoed als zij geen honderden miljarden zouden krijgen. Uiteindelijk kregen ze die ook. Tot zover het ‘vrije’ ondernemerschap.

Halverwege de jaren 1990, toen Friedman en het monetarisme hun hoogtepunt beleefden, voorspelde de Britse marxist Ted Grant reeds hun aanstaande ondergang: “‘Elke actie krijgt een gelijke en tegengestelde reactie.’ Dit geldt zowel in de natuurkunde als in de maatschappij. De privatiseringsdrang zal een grens bereiken. Dit zien we nu al in Groot-Brittannië. Op een gegeven moment zal de noodzaak tot verstaatsing (d.w.z. nationalisering) zich weer laten gelden.’ (Ted Grant - The Collapse of Stalinism and the Class Nature of the Russian State - onze vertaling)

In werkelijkheid onthulde dit iets wat de financiële markten als vanzelfsprekend hadden beschouwd, namelijk dat sommige banken ‘too big to fail’ waren en dat de staat (regering en centrale bank) de laatste garant van dit bankenstelsel was. Decennialang hadden regeringen en commentatoren in de media stug volgehouden dat er geen geld was voor zorg, onderwijs enz. Maar nu waren er plotseling miljarden beschikbaar voor de banken.

Ben Bernanke, destijds voorzitter van de Federal Reserve, zei dat hij verbaasd was dat er geen grotere negatieve reactie vanuit de bevolking volgde. Later erkende hij dat deze met enige vertraging toch nog kwam, namelijk in de vorm van bewegingen als Occupy Wall Street. Maar dit gebrek aan een reactie van de arbeidersklasse in de eerste stadia gaf de heersende klasse waarschijnlijk het benodigde zelfvertrouwen om verder te gaan.

Vanaf 2010, na de eerste schok, werd alles in het werk gesteld om de arbeiders te laten betalen voor de crisis door middel van bezuinigingen. Dit raakte de werkers in de publieke sector, maar de werkers in de private sector nog het meest. Flexibilisering en aanvallen op pensioenen, uitkeringen en lonen werden brandstof voor de opkomst van de ‘populisten’, zoals men het in de media noemde.

In marxistische termen: de crisis van 2008 deed de kapitalistische maatschappij (de economie als eerste) schudden op haar grondvesten. Om de economische situatie op te lappen, openden bedrijven en regeringen een reeks aanvallen op arbeidsomstandigheden en de verzorgingsstaat. Dit leidde weer tot massaprotesten en grote politieke instabiliteit, waarbij kiezers naar nieuwe partijen gingen en oude partijen werden verlaten of getransformeerd. De oude politieke orde werd vernietigd. Met andere woorden, de poging om het economisch evenwicht te herstellen leidde tot een verstoord politiek en sociaal evenwicht. De kapitalisten en hun vertegenwoordigers zouden echter gestraft worden voor hun hoogmoed.

Het IMF produceerde deze zomer voor het eerst een index van massademonstraties. Dit was duidelijk een poging om de gebeurtenissen bij te houden. Op basis van krantenartikelen in meerdere talen bracht het IMF de opkomst en neergang van protestbewegingen sinds de jaren tachtig in kaart. Het zal niemand verrassen dat we in 2019 de culminatie zagen van de grootste protestgolf (verspreid over de hele wereld) in de index. Alleen de Arabische Lente kwam in de buurt, maar die was minder wijdverspreid.

Toenemende instabiliteit

Het IMF noemde in haar World Economic Outlook van oktober 2020 dat de demonstraties vanwege de pandemie verminderd waren, maar ze dachten ook dat dit niet zo zou blijven:

“We kunnen redelijkerwijs verwachten dat, naarmate de crisis minder wordt, onrust weer de kop op zal steken op plaatsen waar die al eerder voorkwam, niet vanwege COVID-19, maar simpelweg omdat de onderliggende maatschappelijke en politieke problemen niet zijn opgelost. De dreigingen zouden groter kunnen zijn op plaatsen waar de pandemie problemen als gebrek aan vertrouwen in instituties, slecht bestuur, armoede of ongelijkheid heeft blootgelegd of verergerd.”

Toch hebben we in 2020, tijdens de pandemie, mogelijk de grootste demonstraties gezien in de geschiedenis van de Verenigde Staten: tientallen miljoenen mensen namen deel aan de Black Lives Matter-demonstraties, in vergelijking waarmee de bestorming van het Capitool nogal een trieste bedoening lijkt. Als 2020, zoals het IMF zegt, een slecht jaar was voor de politieke stabiliteit, dan zullen de komende jaren waarschijnlijk alleen maar erger worden.

Vertrouwen in de gevestigde orde is nog nooit zo laag geweest. Uit een peiling van Edelman PR, die werd gehouden in 27 landen, blijkt dat 57-59% van de bevolking denkt dat regeringsleiders, zakenlieden en journalisten met opzet mensen misleiden. Grote zorgen voor de toekomst vormen hiervoor de grondslag. 84% maakt zich zorgen om het verlies van banen (53% is zelfs angstig). 54% werkt in een bedrijf waar al banen verloren zijn gegaan of waar mensen minder uren maken. 56% is bezorgd dat de pandemie het tempo waarmee arbeiders worden vervangen door AI of robots zal versnellen.

Vorig jaar, vóór de pandemie, maakte hetzelfde bedrijf bekend dat 56% van de respondenten van mening was dat “het kapitalisme vandaag meer kwaad dan goed” doet in de wereld. 74% gaf aan onrecht te voelen, 73% gaf aan verandering te willen. 48% stelde dat “het systeem hen in de steek laat”.

De malaise van de burgerlijke maatschappij komt niet alleen tot uiting in protesten, maar ook in het parlement. De snelle zwaaien van de publieke opinie en de toenemende polarisatie destabiliseren overal ter wereld de parlementen. In het Westen vallen vooral de Verenigde Staten op, waar tweevijfde van het Congres stemde om het resultaat van de verkiezing niet te erkennen en een meerderheid stemde om de vertrekkende president af te zetten omdat deze een opstand zou hebben georganiseerd. Enkel in de periode die voorafging aan de Amerikaanse Burgeroorlog, de Tweede Amerikaanse Revolutie, zou men hier een precedent voor kunnen vinden.

In 1915 beschreef Lenin de voorwaarden voor een revolutionaire situatie: “Voor de heersende klassen is het onmogelijk hun heerschappij ongewijzigd te handhaven; de een of andere crisis van de ‘bovenste lagen’, een crisis van de politiek van de heersende klasse, die een scheur doet ontstaan waardoor de ontevredenheid en de verbolgenheid van de onderdrukte klassen een uitweg zoekt.” (Lenin, Het bankroet van de Tweede Internationale: II)

Hij beschrijft verder hoe dit plaastvond tijdens de Eerste Wereldoorlog. Veel klinkt ons bekend in de oren:

“De politieke crisis is een feit: geen enkele regering is zeker van de dag van morgen, geen enkele is vrij van het gevaar van een financieel bankroet, verlies van grondgebied, verjaging uit eigen land (zoals de regering uit België werd verjaagd). Alle regeringen leven op een vulkaan, alle doen zelf een beroep op de activiteit en de heldhaftigheid van de massa’s. Het gehele politieke regime van Europa wankelde en zeker zal niemand willen ontkennen dat wij in een tijdperk van geweldige politieke schokken zijn aangeland (en daarin steeds dieper zullen geraken – dit schrijf ik op de dag van de oorlogsverklaring door Italië).” (Ibid.)

Vanzelfsprekend was de crisis van toen bijzonder acuut vanwege de oorlog, maar dit had net zo goed vandaag geschreven kunnen worden. Talloze keren is de situatie die is ontstaan door de pandemie al vergeleken met oorlog en dit is (tot op zekere hoogte) ook terecht. Lenin vervolgt:

“De oorlog breidt zich uit. De politieke grondvesten van Europa raken steeds meer aan het wankelen. De ellende van de massa’s is verschrikkelijk en de pogingen van de regeringen, van de bourgeoisie en van de opportunisten deze ellende dood te zwijgen, lijden steeds vaker schipbreuk. De oorlogswinsten van bepaalde groepen van kapitalisten hebben een ongehoorde, schandalige omvang bereikt. De verscherping van de tegenstellingen is geweldig. De doffe verbolgenheid van de massa’s, het vage verlangen van de onderdrukte, onontwikkelde lagen der bevolking naar een schappelijke (‘democratische’) vrede, het beginnende gemor in de ‘onderste lagen’ – dit alles treedt duidelijk aan de dag. Hoe meer de oorlog wordt gerekt en verscherpt, des te sterker zullen de regeringen zelf de activiteit van de massa’s moeten ontwikkelen door ze tot een buitengewone krachtsinspanning en zelfopoffering op te roepen.” (Ibid.)

Veel van het bovenstaande had over de huidige situatie gezegd kunnen worden, hoewel het leed in de ontwikkelde kapitalistische landen niet zo groot is als toen. Daar is slechts één reden voor: de heersende klasse begreep aan het begin al dat dat zou leiden tot nog grotere klassenstrijd. Het was een politieke onmogelijkheid (én weinig winstgevend) om zomaar massale werkloosheid te laten ontstaan.

Geeft allen geld uit!

Daarom vond een dramatische attitudewijziging plaats bij politici van alle kleuren. “Een sterke staat” was niet langer onbespreekbaar. Er werd zelfs een oproep gedaan om alle regels over staatsingrepen in de economie, die al sinds de jaren 1980 gelden, te laten varen.

We hebben te maken met een opmerkelijke situatie, waarin Trump en de Republikeinen het grootste bijstandsprogramma van de afgelopen decennia hebben opgezet. Werkloosheidsuitkeringen in de VS waren lange tijd werkelijk belabberd, maar de extra $600 per week die hieraan zijn toegevoegd hebben ervoor gezorgd dat werkende mensen soms zonder baan beter af waren dan met baan. Werkgevers waren hier uiteraard niet blij mee: zij willen arbeiders juist dwingen om uit wanhoop lage lonen te accepteren. De cheques van $1.200 die naar iedereen gestuurd werden, moesten ook de aandacht afleiden van de gigantische giften aan het grote bedrijfsleven.

De hulp aan grote bedrijven kreeg destijds steun uit onverwachte hoek, zoals van senator Pat Toomey, die in 2009 tegen de stimulus was en tegenwoordig voorstander is van een vlaktaks en de IRS (de federale belastingdienst) wil afschaffen. ‘Dit moet je zien als een buitengewoon uitzonderlijk geval en niet als iets wat zich onder normale omstandigheden opnieuw zou kunnen voordoen’, zei hij.

De vraag die Davos dit jaar bezighield was niet hoe men het best kon omgaan met de onmiddellijke situatie, maar hoe ze ervoor kunnen zorgen dat de oude gang van zaken na de pandemie weer hervat kan worden. “Build Back Better”, zoals de campagne van Joe Biden het stelde.

Steve Bannon, die op zijn eigen manier een scherpzinnige blik op de politiek heeft, merkte afgelopen lente op dat het coronavirus de stand van zaken heeft veranderd:

“‘Het tijdperk van Robert Taft, van conservatisme met een beperkte overheid?’ zei Steve Bannon, ooit de politieke goeroe van president Trump. Hij verwees naar de senator uit Ohio die streed tegen de uitbreiding van overheidsprogramma’s en leningen aan de federale overheid. ‘Het is niet relevant. Het is gewoon niet relevant.’”

Dezelfde houding zagen we in Davos. Laten we eens kijken naar Darren Walker, voorzitter van de Ford Foundation, die bekend werd door juist de ideologie van Friedman te promoten. Hij zei dat de deelnemers aan het World Economic Forum ‘s werelds grootste kapitalisten zijn, waarmee hij voorstanders van het kapitalisme bedoelde. Hij zei dat hij een kapitalist is omdat hij gelooft in het kapitalisme, maar dat “als we het kapitalisme willen behouden, we de ideologie van Milton Friedman moeten begraven.”

Martin Wolf, de belangrijkste economisch commentator van de Financial Times, schreef iets vergelijkbaars over Biden:

“Maar de noodzakelijke draai kan nog altijd plaatsvinden als de regering-Biden bewijst dat competent beleid, van mensen die erin geloven, dingen gedaan kan krijgen. Hij moet laten zien dat Ronald Reagan ongelijk had met zijn bekende uitspraak dat de negen meest angstaanjagende woorden in de Engelse taal ‘I’m from the government, and I’m here to help’ zijn. Vertrouwen in behoorlijk en fatsoenlijk democratisch bestuur is niet de vijand van de vrijheid, maar garandeert deze.”

Het is niet moeilijk om te zien waar deze nieuwe bekommering om het lot van de armen vandaan komt. Tijdens het Davos Forum wees James Quincey, de CEO van Coca Cola, erop dat leidende zakenlieden ervoor moeten zorgen dat de economie ‘voor ons allemaal’ werkt. De voorzitter van Paypal, Dan Schulman, vroeg:

“Hoe kunnen we van iemand verwachten dat diegene democratie omarmt als zij niet denken dat het systeem voor hen werkt? Wij als bedrijven hebben de plicht om verantwoordelijkheid te nemen, om te werken met de publieke sector, om te werken met de gemeenschappen die wij voorzien”.

Eigenlijk zegt hij: hoe kunnen de bourgeois verwachten dat de massa’s niet voor revolutie zullen kiezen als het huidige economische systeem hun niets dan ellende bezorgt?

Vladimir Poetin, president van Rusland, waarschuwde in zijn rede voor de gelijkenissen tussen de jaren 1930 en onze tijd, vooral wat betreft de ongelijkheid, die volgens hem tot radicalisering ter rechter- en linkerzijde en een groei van extremistische bewegingen heeft geleid. Na de dramatische krimp van zijn populariteit weet Poetin alles van de moeilijkheden waar regeringen mee te kampen krijgen, waardoor hij steeds meer politie en fraude nodig heeft om de macht te behouden.

Mensen als Warren Buffet, een van de rijkste mensen ter wereld, pleiten al enige tijd voor belastingen voor de rijken. In 2017 liet hij zich sceptisch uit over de belastingverlaging voor grote bedrijven van Trump. In 2018 deed hij vergelijkbare uitspraken in een nummer van Time, waarvan Bill Gates gast-redacteur was:

“Het marktsysteem heeft ook veel mensen in de steek gelaten, vooral omdat het steeds meer specialisatie is gaan eisen. De verwoestende effecten kunnen worden verzacht: een gezin zorgt voor al haar kinderen, niet alleen voor hen die talenten hebben die de markt zoekt.”

Martin Wolf zei onlangs iets soortgelijks:

“Regeringen moeten geld uitgeven en op den duur hun aandacht verschuiven van redding naar duurzame groei. Als de belastingen uiteindelijk omhoog moeten, moeten de winnaars ze dragen. Dit is politieke noodzaak. Bovendien is het rechtvaardig.” (The threat of long economic Covid looms)

De toenemende ontevredenheid in de maatschappij dwingt wereldleiders om anders te gaan denken. Zoals Martin Wolf zei, is het ‘een politieke noodzaak’. De dramatische daling in het vertrouwen in de ‘democratie’, waarmee men hier het kapitalisme bedoelt, baart de bourgeois en hun vertegenwoordigers in de politiek en media grote zorgen. De ‘Great Reset’ gaat dus bovenal om het herstellen van het vertrouwen in het kapitalisme.

Wensdenken

Volgens de secretaris-generaal van de VN is er een “nieuw sociaal contract” nodig:

“Om mensen de mogelijkheid te geven om een waardig leven te leiden. Een nieuw sociaal contract tussen overheden, volkeren, maatschappelijk middenveld, bedrijven en meer, waarbij we werkgelegenheid, duurzame ontwikkeling en sociale vangnetten integreren, op basis van gelijke rechten en kansen voor iedereen.”

Het probleem voor hen is dat dit wensdenken is. Het is waar dat er nu enkele concessies worden gedaan. Biden maakt een hoop lawaai over zijn voornemen om het federale minimumloon te verdubbelen naar $15 per uur, maar wel pas vanaf het jaar 2026. Bovendien zal het Congres dit voorstel wellicht nog blokkeren, wat hem wel goed zou uitkomen. Ook de Conservatieven in het Verenigd Koninkrijk hebben wat ideeën van Corbyns Labour overgenomen, zoals over economische steunmaatregelen.

Terwijl ze dit doen, worden er echter talloze ontslagen voorbereid in de horeca, de transport en de maakindustrie en worden er aanvallen uitgevoerd op arbeidsomstandigheden en -voorwaarden. Bedrijven proberen hun concurrentiepositie niet te verbeteren door te investeren in nieuwe machinerie, maar door omstandigheden en voorwaarden te verslechteren, waarbij ze proberen de arbeiders tegen elkaar op te zetten. Als ze gedwongen worden om loonsverlaging van 20% of meer te accepteren, zullen arbeiders zich wel afvragen wat voor “nieuw sociaal contract” dat is.

De “Grote Reset” omvat ook een discussie over allerlei groene investeringsstrategieën. Dit is een grote trend geworden. De premier van het Verenigd Koninkrijk, Boris Johnson, heeft een “Green Industrial Revolution” (een naam afkomstig uit het Labour-manifest van 2019) ter waarde van £12 miljard aangekondigd. Biden c.s. is naar verluidt van plan om $2.000 miljard te investeren in duurzame energie. Groene investeringen zijn ook een belangrijk onderdeel in het herstelfonds van de EU, dat €1.800 miljard bedraagt.

Ze hanteren allemaal hetzelfde taalgebruik: men spreekt van “herbouwen”, van een “transitie” en meer, maar dit is een transitie die ons terugbrengt naar het begin, naar een crisis van het kapitalisme. Zelfs met $2.000 miljard zijn de crises in de economie en het milieu niet op te lossen.

Reformistische politici staan in de rij om deze plannen te steunen. De houding van Bernie Sanders en andere linkse Democraten tegenover Biden is veelzeggend: ze denken dat zij de discussie gewonnen hebben, maar dit is niet zo. In werkelijkheid voelt de heersende klasse de druk van onderop, de eerste schokken voor de vulkaanuitbarsting. De waarheid is dat de heersende klasse wanhopig probeert de politieke situatie te stabiliseren en dit kan alleen met concessies.

Ironisch genoeg beschuldigden de Britse Conservatieven Labour er vroeger van dat zij geloofden in het bestaan van een “magische geldboom”. Nu geloven zij daar allemaal in. In de praktijk zijn de centrale banken en regeringen aanhangers van de Modern Monetary Theory (MMT) geworden. Dat wil zeggen: ze financieren de overheidsuitgaven door nieuw geld te scheppen (te drukken) en ze hebben geen plan om de begroting sluitend te maken. Dit lijkt op wat de apostelen van de MMT denken: ze denken dat een sluitende begroting onnodig is omdat de staat gewoon meer geld kan bijdrukken.

Het punt is echter dat ze nu al twaalf jaar lang geld bijdrukken met Quantitative Easing. De vraag is hoe lang ze dit nog kunnen volhouden. Janet Yellen, de nieuwe minister van financiën van de VS, pleitte er vroeger voor om de inkomsten en uitgaven in evenwicht te brengen. Dat was toen ze voor de regering van Bill Clinton werkte. Destijds was de staatsschuld gelijk aan 50% van het bbp. Nu zegt zij dat een schuld van 100% daarvan, zoals die er nu is, houdbaar is, maar 200% is volgens haar te veel. In werkelijkheid weet ze dat helemaal niet. Dat dit niet eeuwig kan doorgaan, is duidelijk. Met een jaarlijks begrotingstekort van 15% van het bbp wordt de 200% binnen tien jaar bereikt als er niet flink wordt bezuinigd.

Onhoudbaar

In werkelijkheid weet niemand waar de grens ligt. Er is geen absolute limiet. De limieten verschillen per land omdat deze afhankelijk zijn van de relatieve krachten van die landen - en dan vooral van het financierskapitaal - op wereldschaal. Europa en de VS kunnen het dus langer volhouden dan Pakistan of Brazilië. China kan het weer langer volhouden dan Thailand, enzovoort. Weinig landen kunnen lang wegkomen met zulk beleid. Voor de meeste is het geen optie.

De situatie kan alleen worden volgehouden zolang de inflatie en de rente op hun historisch lage niveaus blijven. Als de inflatie zou stijgen, zouden centrale banken de prijzen van leningen moeten verhogen, wat de grote schulden onhoudbaar zou maken. Zoals een recent onderzoek van het IMF opmerkt:

“De geschiedenis leert ons dat veel crises volgden op jaren met lage renteverschillen en dat de verwachtingen van de markt snel en abrupt kunnen veranderen, waardoor landen binnen enkele maanden buiten de financiële markten worden gesloten.”

Met andere woorden, alles lijkt in orde … totdat het niet langer in orde is. De Griekse schuldencrisis begon ook niet in 2008, maar pas toen de crisis een paar jaar bezig was. Zolang centrale banken staatsschulden opkopen is het risico lager, maar dat verplaatst slechts het probleem van de staat naar de centrale bank. Regeringen, centrale banken en commentatoren hopen allemaal dat ze alles voorlopig kunnen regelen en zich tijdig terug kunnen trekken voordat het noodlot toeslaat, maar de geschiedenis van het kapitalisme laat zien dat dit een wensdroom is.

Sommige commentatoren luiden al de noodklok, onder wie Larry Summers, de voormalige minister van financiën onder Obama, die al jaren waarschuwt voor seculiere stagnatie. Hij vreest dat de nieuwste stimulus zal leiden to “inflatiedruk die we in een generatie niet meer gezien hebben”. Oliver Blanchard, voormalig hoofdeconoom van het IMF, deelt zijn zorgen en zegt dat Bidens programma van $1.9 biljoen [$1.900 miljard -vert.] “de economie oververhit zou kunnen maken en daarmee contraproductief”. In een planneloze economie als de kapitalistische is het onmogelijk om van tevoren te weten hoeveel teveel zal zijn.

Er is nog een aspect. Hoe meer concessies er worden gedaan, in het bijzonder na afloop van een strijd, hoe meer de arbeidersklasse het nut van strijd zal inzien. Het is interessant om te zien dat (volgens het vorenbedoelde vertrouwensonderzoek) 50% van de mensen met een baan zegt dat ze “vergeleken met een jaar geleden nu sneller hun bezwaren tegen het management zouden uiten, of zouden deelnemen aan een protestactie op het werk”, ondanks de angst voor ontslagen die uit datzelfde onderzoek bleek.

De leden van de heersende klasse moeten een keuze maken. Als ze in de aanval gaan, als ze proberen om de arbeiders te laten betalen voor de crisis, kan de politieke situatie snel verslechteren. Als ze echter toegeven, lopen ze het risico dat werkers meer gaan eisen. Tijdelijke programma’s zijn ook lastig in te trekken. “Er is niets zo blijvend als een tijdelijk overheidsprogramma,” zoals Milton Friedman zei. Om te zien wat hij bedoelde, hoeft men alleen maar naar de discussie over werkloosheidsuitkeringen in de VS te kijken.

Geen enkele overheid heeft bovendien het geld voor deze maatregelen. Ze moeten allemaal lenen en dat kan alleen als de centrale banken geld bijdrukken om dat mogelijk te maken. Dat kan alleen maar een ramp worden. De “Great Reset” is een poging om het politieke evenwicht te herstellen ten koste van het economische evenwicht.

Overheidsuitgaven kunnen uiteindelijk de crisis niet oplossen, alleen maar uitstellen. De kapitalistische economie is gebaseerd op winstgevendheid. Als de grote bedrijven de producten die hun fabrieken maken, niet kunnen verkopen, bouwen ze gewoon geen nieuwe fabrieken. Als de hotelketens veel lege kamers hebben, bouwen ze geen nieuwe hotels, enz. Grote investeringen in energie zullen het probleem van deze overtollige capaciteit niet oplossen.

De enorme schulden die zijn opgebouwd, zijn een blok aan het been van de wereldeconomie. Nieuwe schulden creëren is slechts uitstel van executie, zoals al decennia gebeurt. De huidige situatie laat duidelijk zien dat het kapitalistische stelsel en de ‘vrije markt’ niet werken.

Ideeën als die van de “Great Reset” zullen het denken van de kapitalisten enige tijd beheersen. Ze moeten tijd winnen om de politieke situatie te stabiliseren. Hun maatregelen zullen ontoereikend blijken te zijn om de woede en wrok die ze hebben opgeroepen tegen te houden. Door concessies te doen hebben ze laten zien dat strijd loont. Zodra de limieten van dit beleid bereikt zijn, zullen ze moeten overgaan tot bezuinigen, wat weer laat zien dat er voor werkende mensen geen uitweg is onder het kapitalisme.

De poging om de staat te gebruiken om het kapitalisme draaiende te houden, toont ironisch genoeg juist aan dat het kapitalisme niet werkt. Het kapitalisme wordt niet beteugeld door de staat, zoals de monetaristen denken. Het kapitalisme is volledig afhankelijk van de staat, meer dan ooit zelfs. Ted Grant wees er al op: de verstaatsing toont aan dat de productieve krachten het kapitalistische stelsel ontgroeid zijn en dat de mensheid alleen vooruit kan komen door met het winstmotief af te rekenen.